In 2004 startte een aantal partners – waaronder Natuurpunt – in de Ieperboog en het Heuvelland met experimentele maatregelen voor de bescherming van akkervogels.

Als eerste maatregel werd het laten staan van graanranden in de winter bij landbouwers gesubsidieerd om akkervogels beter de winter door te helpen. Het gebrek aan wintervoedsel is namelijk één van de belangrijkste redenen van de zeer snelle achteruitgang van soorten als geelgors, grauwe gors, veldleeuwerik en patrijs.

Rond enkele reservaten van Natuurpunt in de heuvels zijn inmiddels ook dergelijke graanranden te vinden. De provincie West-Vlaanderen en het Agentschap voor Natuur en Bos leggen eveneens graanakkertjes aan in deze regio. Ondertussen blijven reeds meerdere opeenvolgende jaren graanpercelen niet geoogst de winter ingaan.

Om het effect van deze maatregelen op te volgen, is het noodzakelijk om over goede gegevens te beschikken. Daarvoor is er monitoring noodzakelijk en dat neemt de vogelwerkgroep graag voor haar rekening. Al na enkele jaren is duidelijk dat de akkervogels ons zeer dankbaar zijn.