De Komerenhoek is één van de weinige resterende delen beekvallei langs de Reutelbeek, een groene long tussen Menen en Geluwe. In het gebiedje van 0,552 ha dat Natuurpunt Wervik in 2002 op de kop tikte, bevindt zich een herstelde poel die nu een kweekvijver is voor diverse soorten amfibieën, libellen en waterjuffers. Het gebied huisvest ook een kleine kolonie nestelende blauwe reigers en het riet is de thuisbasis voor bosrietzangers en kleine karekieten. Jaarlijks komt de boomvalk er tot broeden en ijsvogels komen er nu en dan eens langs om te jagen. Hopelijk kan dit kleine gebiedje rond de Reutelbeek met zijn mini-micro-klimaat nog uitbreiden langs de beek en zo in de toekomst een grotere habitat vormen voor onze inheemse fauna en flora.
Op het gewestplan staat de beekvallei ingekleurd als parkgebied. Twee kleine percelen scheiden de beekvallei van het wachtbekken in Menen aangelegd in functie van waterbeheersing. Tegelijkertijd ontwikkelde zich hier een gebiedje met hoge natuurwaarden. Verder stroomafwaarts nam Natuurpunt samen met enkele overheden het initiatief om natuurinrichtingsmaatregelen op resterende toegankelijke stukjes van de beekvallei uit te voeren. Een vlonderpad van twee meter breed ligt in het meest moerassige gedeelte van het bufferbekken. Het verhoogt zeker de natuurbelevingswaarde van het bekken en vormt een essentieel onderdeel van het educatieve wandelpad dat er doorheen loopt.
Locatie: Geluwe
Grootte: < 10 ha
Toegankelijkheid: wandel- en fietspad langs de Reutelbeek
Start: het Reutelbeekpad (2 km) start aan het bufferbekken in Menen
Schoeisel: laarzen zijn aan te raden in nattere periodes
Dieren: aangelijnde gezelschapsdieren zijn welkom op het wandeltraject
Rolstoelgebruikers: moeilijke toegankelijkheid
Kinderwagens: moeilijke toegankelijkheid
Parking: ter hoogte van het bufferbekken in Menen
Meer info: Marc Kino - 056/31 14 13
Gift: projectnummer 5555
Wandelfolder: Gratis op te vragen bij de Dienst Toerisme van Wervik of Menen, evenals op de Milieudienst van de stad Wervik.
Vallei van de Reutelbeek
De naamgeving van de beek is soms een beetje verwarrend. Tussen Zonnebeke en de grens met Menen noemt de beek Reutelbeek, vanaf Menen Geluwebeek. De beek heeft dus twee namen.
De beekvallei van de Reutelbeek-Geluwebeek leent er zich toe om als een belangrijke groene ader te fungeren tot in het stedelijk weefsel van Menen. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen is de beek geselecteerd als natuurverbindend element. De Komerenhoek maakt deel uit van deze beekvallei.
De Reutelbeek is een provinciale beek van tweede categorie. Richting Geluwe volgt de beek nog steeds zijn oude meanders. Deze zijn echter wel uitgediept en op sommige plaatsen zijn de oevers helaas met beton verstevigd. Ook de N58 doorkruist hier het landschap. Rechts van de oprit van de N58 in Geluwe, richting Kortrijk, ligt het "beneden borretje". Deze nattere weide met enkele knotwilgen ligt er nog bij als weleer.
Eveneens langs de N58, maar dan richting Geluwe, liggen nog enkele winterbeddingen van de beek. De mooiste restanten hiervan zijn de weiden achter het Geluwse kerkhof. Een nakende uitbreiding van het Geluwse kerkhof vormt hier echter een bedreiging.
In het centrum van Geluwe loopt de Reutelbeek door het gemeentepark en langs de nieuwe bibliotheek. Stroomopwaarts loopt de Reutelbeek langs het Zwaantje naar de Geluwebroeken. Hier bevindt zich het Congobos en de Moeremaai, de enige stukjes bos dat Geluwe nog rijk is. In Beselare is de beek nog ongemoeid gelaten. Hier slingert ze nog rustig tussen de weiden. Enkele kilometers verder vindt de beek in het Reutelbos haar oorsprong.
Beheer van de beekvallei en het natuurgebied de Komerenhoek
Om de natuurwaarden in het gebied te verhogen heeft de provincie West-Vlaanderen samen met Natuurpunt en de steden Wervik en Menen een voorstel van inrichting- en beheerplan uitgewerkt. Het kerngebied is het bufferbekken maar ook over het hele traject tussen Geluwe en Menen voorziet het plan in inrichtingsrnaatregelen.
Zo wordt een doordacht maaibeheer toegepast in het bekken, dat gericht is op het openhouden van het bekken zodat het bufferen van het water optimaal kan gebeuren. Tegelijk verhoogt dit ingrijpen de biodiversiteit van het gebiedje. Dit zorgt ook voor het vrijwaren van een aantal zichten wat de belevingswaarde van het gebied moet verhogen. Samenwerking met particulieren voor aanplantingen van haagjes, alleenstaande bomen, fruitbomen, wilgen- en essenrijen maken er ook deel van uit.
Vrijwilligers beplanten in een verder verleden de berm van het eigen natuurgebied de Komerenhoek met struiken en enkele hoogstammen en waar nodig ook met oeverbegeleidende beplanting. In 2005 werd een volgestorte poel heraangelegd. Tweemaal per jaar maaien we de weide en met het hooi leggen we hooimijten aan. De beheerswerken gaan door in samenwerking met ‘t Susterhuus, een tehuis voor mensen met ondersteuningsnood, dat deel uitmaakt van de voorziening De Lovie.