14 augustus 2019

In de onderhandelingsnota van Bart Dewever voor de vorming van een Vlaamse regering is sprake van de oprichting van vier ‘nationale parken’. Meteen werden diverse lijstjes gelanceerd van mogelijke gebieden die in aanmerking zouden komen. Tot onze grote verbazing wordt een gebied dat bovenaan zo’n lijst zou moeten prijken niet eens vernoemd. Blijkt nogmaals hoe de Westhoek op zo’n moment tot de vergeethoek van Vlaanderen behoort. We roepen de auteurs van het Vlaamse regeerakkoord op om de Westhoek tot het kwartet van de Nationale parken toe te voegen.

In de Westhoek is er een unieke kans om via een Nationaal Park een diversiteit aan natuurgebieden en beschermde landschappen met mekaar te verbinden en op te waarderen. Een ideaal moment om op basis van de ervaring die is opgedaan bij de verschillende projecten de voorbije jaren (natuurinrichting Blankaart, landschapsherstel Handzamevallei, werking Regionaal Landschap,…) en op basis van de nieuwe noden waaronder waterbuffering en waterschaarste met een nieuwe blik een plan uit te werken dat zowel voor de inwoners, de landbouwers en voor landschap en natuur een enorme meerwaarde kan bieden.

De ligging langs de Franse grens biedt de mogelijkheden om op termijn samen met Frankrijk een grensoverschrijdend “Parc National” te maken. Want ook onze zuiderburen zitten niet stil. Zie het grensgebied met de West-Vlaamse Heuvels met het domein Marguerite Yourcenar op de Mont Noir. De vallei van de Heidebeek langs de Franse grens, de Kemmelbeek en Vleterbeek kunnen blauwgroene aders worden die de zone van de West-Vlaamse heuvels verbindt met de IJzervallei.

De voorbije decennia is zwaar geïnvesteerd (financieel en menselijk kapitaal) in het landschaps- en natuurherstel in het Heuvelland, de IJzervallei, de komgronden van Lampernisse, de Ieperboog,… De resultaten mogen gezien worden: tal van diersoorten zijn dankzij dit natuurherstel teruggekomen met als symboolsoorten roerdomp en ooievaar en in het algemeen is in die gebieden de biodiversiteit erop vooruitgegaan. In de stroom daarvan is ook het toerisme en de recreatie enorm sterk gegroeid. Honderdduizenden mensen komen jaarlijks naar de stille en groene Westhoek om van die gebieden, van onze landschappen te genieten, honderden mensen verdienen hun brood in deze sectoren.

We kunnen niet genoeg herhalen dat de IJzervallei, het Heuvelland, Lampernisse, Ieperboog,… levende bewijzen zijn dat investeren in natuurherstel loont en vruchten aflevert.

Nu is het tijd voor een nieuwe stap, een stap naar het verbinden van deze grote kerngebieden en het afstemmen van het beleid, het beheer en de werking rond deze gebieden. Sommige planten en dieren hebben het vandaag nog bijzonder moeilijk in een versnipperd Vlaanderen. Sommige soorten gaan achteruit, zelfs op plekken met weinig bebouwing zoals in het landbouwgebied. Zij vinden zelden nog geschikt habitat, en niet alle soorten kunnen even makkelijk uitwijken wanneer het hen letterlijk te warm onder de voeten wordt. Soorten hebben nood aan ruime, robuuste leefgebieden die met elkaar zijn verbonden via talrijke stapstenen en goed uitgebouwde groene of blauwe assen. Enkel een goede ecologische infrastructuur kan een halt toeroepen aan de achteruitgang van de biodiversiteit. 

Hierbij kan tevens één van de zware problemen die door de klimaatverandering opduikt - droogte en waterschaarste in de zomer, waterbuffering in de winter - op regionaal niveau worden aangepakt. Vlaanderen zal almaar vaker moeten afrekenen met perioden van hevige regenval, afgewisseld met extreme droogte. De ondergrond kan het water niet meer slikken, wat leidt tot overstromingen. Ook raken de grondwaterreserves sneller uitgeput. Robuuste rivier- en beekvalleien en ecologische oeverzones beschermen ons tegen overstroming en geven regen de kans om de grond in te dringen en de grondwatertafel te verhogen. Een captatieverbod voor landbouwers door een gebrek aan water mag niet het nieuwe ‘normaal’ worden. De vallei van IJzer en Handzamevaart, de diverse beekvalleien bieden potenties. Buffergebieden die tijdens winter en broedperiode een enorme meerwaarde bieden voor natuur (watervogels, steltlopers, …) en tijdens droge zomers kunnen aangesproken worden voor irrigatie in de landbouwzones.

Nu is het tijd voor een nieuwe stap, een stap naar het verbinden van deze grote kerngebieden en het afstemmen van het beleid, het beheer en de werking rond deze gebieden. Het Nationaal Park Hoge Kempen toont dat een Nationaal Park hiervoor een geschikt instrument is.

Wij vragen de toekomstige Vlaamse regering om de Westhoek toe te voegen aan het kwartet van nieuwe Nationale Parken voor Vlaanderen.

Tekst: Guido Vandenbroucke, voorzitter, en Peter Bossu, coördinator Natuurpunt De Bron vzw
Foto’s: Niko Deleu, webmaster